Loop tags
Vermoedelijk de ingewikkeldste tag die je in templates kunt gebruiken, is de [loop] tag. Maar hij is wel erg handig! Je kunt met de [loop] tags code markeren die op documentniveau herhaald kan worden. Hierdoor kun je bijvoorbeeld templates maken die net zo makkelijk kunnen worden gebruikt voor een nieuwsbrief met één artikel, als voor een nieuwsbrief met tien artikelen. Je kunt zelfs geneste loops maken, loops binnen loops dus, waardoor je een heel krachtig templatesysteem krijgt.
[loop name="example"]
Deel dat je wilt herhalen
[/loop]
Bovenstaand voorbeeld is erg simpel en niet erg praktisch. Je ziet pas echt de kracht als je binnen de loop weer andere tags opneemt. Bijvoorbeeld als je de gebruiker op documentniveau in staat wilt stellen om meerdere paragrafen met tekst en afbeeldingen op te nemen:
[loop name="myloop"]
<div>
<table>
<tr>
<td>[text name="mytext"]</td>
<td>[image name="myimage"]</td>
</tr>
</table>
</div>
[/loop]
Op documentniveau kan een gebruiker zelf kiezen hoeveel iteraties (herhalingen) van de loop er in de mailing moeten worden geplaatst. Nul is ook een geldige waarde, waardoor je loop blocks ook kunt gebruiken voor conditionele content: als de gebruiker kiest voor nul iteraties verschijnt de HTML code niet in de mailing, en bij een waarde van 1 of hoger verschijnt de code wel in de mailing (en misschien zelfs meerdere keren).
Ook voor loopblokken geldt, net als bij alle andere soorten blokken, dat het is aan te raden om elke blok een eigen unieke naam mee te geven. Bij loopblokken heeft de naam zelfs een extra functie, omdat je de naam kunt gebruiken voor scripting en if statements (hierover later meer).
Minimum en maximum waardes
De gebruiker is vrij om zelf te bepalen hoeveel iteraties hij op documentniveau wilt gebruiken. Nul is ook een geldige waarde is. Als je het aantal iteraties wilt beperken, of als je juist een minimum aantal iteraties wilt instellen, kun je hiervoor de min en max attributen gebruiken.
[loop name="example" min="1" max="5"]
...
[/loop]
Beide attributen zijn optioneel. Je kunt ze ook allebei weglaten, of maar één van de attributen opnemen.
Inleidende en afsluitende HTML code
Met de begin en end attributen kun je eventueel inleidende en afsluitende HTML code aan het loop blok koppelen. Deze code wordt alleen in het document opgenomen indien het aantal iteraties hoger is dan 0.
[loop name="example" begin="<table>" end="</table>"]
<tr>
<td>[text]</td>
</tr>
[/loop]
Het bovenstaande (eenvoudige) voorbeeld bevat een tabel met een variabel aantal rijen. Als binnen het document het aantal iteraties op nul wordt gezet, dan wordt er helemaal geen tabel in het document geplaatst. De <table> tags worden alleen gebruikt als het aantal iteraties groter is.
Templatevariabelen
Als je gebruik maakt van loop bloks, kun je ook templatevariabelen gebruiken. Templatevariabelen lijken erg op personalisatievariabelen, maar ze bevatten geen informatie over de geadresseerde, maar over de staat van de loop. Er zijn verschillende variabelen die je kunt gebruiken:
- [$loop.naamvanloop.index] - het totaal aantal iteraties
- [$loop.naamvanloop.iteration] - de huidige iteratie
- [$loop.naamvanloop.first] - boolean waarde of dit de eerste iteratie is
- [$loop.naamvanloop.last] - boolean waarde of dit de laatste iteratie is
Deze variabelen kun je gebruiken om de opmaak van de loops wat te verfraaien:
[loop name="myloop"]
<p>
[text name="mytext"]
</p>
[if !$loop.myloop.last]
<hr/>
[/if]
[/loop]
Hierboven zie je een loop van paragrafen waarbij op documentniveau kan worden ingesteld hoeveel paragrafen er in de mailing moeten worden opgenomen. Tussen elke twee paragrafen staan een horizontale lijn (dit is de <hr/> tag). Het if-statement zorgt er voor dat de scheidingslijn alleen tussen de paragrafen komt te staan, en niet ook onder de laatste paragraaf.
Als je gebruik maakt van geneste loops kun je ook gebruik maken van templatevariabelen, alleen heeft de variabele dan een iets langere naam. Je moet dan de hele nesting van loops in de naam van de variabele zetten:
[$loop.buitensteloop.binnensteloop.index]
Onder de motorkap gebruikt Copernica de Smarty engine van PHP voor het inlezen van templates. Alleen gebruiken we niet de standaard accolades om variabelen en functies mee aan te geven, maar vierkante haakjes. De [image], [text] en [loop] blokken zijn dus eigenlijk gewone Smarty functies, en de [$loop.naamvanloop.*] variabelen zijn gewone Smarty variabelen. Je kunt daarom binnen een template alle trucjes en mogelijkheden van Smarty benutten, zolang je maar gebruik maakt van vierkante haakjes in plaats van accolades. Meer informatie over Smarty kun je vinden op www.smarty.net.